Aalvisserij in Nederland
In Nederland mag alleen door beroepsvissers op aal worden gevist. Alleen beroepsvissers in het bezit van een vergunning mogen vissen in een bepaald gebied. Dat doen ze zo’n vijf tot zes maanden per jaar; van april tot en met augustus. Januari, februari en maart is meestal te koud om aal te vangen. In de maanden september, oktober en november mag er niet op aal worden gevist. Dat is een van de maatregelen uit het Nederlandse Aalbeheerplan [10]. Dit is in het seizoen waarin geslachtsrijpe schieralen op weg gaan naar de Sargassozee om jongen te krijgen. De dieren worden in deze periode niet gevangen voor consumptie.
In Nederland is ongeveer 8% van de totale aalconsumptie afkomstig van de wildvangst. Friesland, Groningen, Overijssel, IJsselmeer, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland zijn de voornaamste vangstgebieden. Er zijn zo’n, 150 - veelal kleinschalige - beroepsvissers actief. In 2016 is er in totaal 303 ton aal (schieraal en rode aal) door de beroepsvisserij gevangen in Nederland [10].
Beheer van de aalstand
In het najaar, tussen september en december, mag er niet op aal worden gevist. Dat is vastgelegd in het Nederlands Aalbeheerplan. Andere belangrijke maatregelen in dat plan zijn:
- verbod op sportvisserij met beroepstuigen (fuiken en netten) en terugzetverplichting van alle gevangen aal;
- vermindering van de schade door pompen van gemalen en waterkrachtcentrales;
- herbevolking van geselecteerde watergebieden met jonge paling;
- onderzoek naar kunstmatige voortplanting van aal.
Achteruitgang van de visserij
De aalvisserij nam in Nederland een grote vlucht na de vorming van het IJsselmeer. Een nieuw meer dat door de afsluitdijk ontstond. Het grote oppervalk met voedselrijk water in het IJsselmeer bracht een groot leefgebied voor de aal. Het IJsselmeer was rijk in aal en hiermee ontstond in alle voormalige havenplaatsen aan de Zuiderzee een sterke visserij- en handelsbedrijvigheid in aal. Vandaag de dag is er in Enkhuizen, Volendam, Spakenburg en Harderwijk nog steeds kenmerkende “palingcultuur” te vinden.
De visserij in het IJsselmeer en in de rest van Nederland is sterk afgenomen door de achteruitgang van het aalbestand. Dit heeft meerdere oorzaken (zie bedreigingen); met name de hoge visserijdruk op het bestand, verlies van leefgebied, vele migratie barrières en verminderde waterkwaliteit.