Aalbeheer

Europees aalbeheer

Omdat de Europese aalpopulatie zich over heel Europa verspreidt en alle alen bij dezelfde populatie behoren, is ook het beheer van het bestand op Europees niveau georganiseerd. In 2007 is op EU-niveau de Aalverordening vastgesteld (Regulation (EC) No 1100 /2007) [8]. Deze verordening is in 2009 in werking getreden en was het gevolg van het advies van ICES (the International Convention on the Exploration of the Sea). ICES adviseert voor de Europese aal, als het voorzorgsprincipe wordt toegepast, alle antropogene effecten (bijv. veroorzaakt door recreatieve en commerciële visserij, waterkracht, pompstations en vervuiling) die de productie en de ontsnapping van schieraal verminderen, te beperken tot of zo dicht mogelijk bij nul te houden in 2020.

De Aalverordening geldt voor alle lidstaten in de Europese Unie, die van nature een aalpopulatie hebben. Het doel van de Aalverordening (Artikel 1) is: “de bescherming en de duurzame benutting van het bestand van Europese aal van de soort Anguilla anguilla” om de aalstand te doen herstellen”.

De doelen die in de Aalverordening zijn opgesteld zijn als volgt [8]:

  • De sterfte van aal moet dusdanig verminderen dat een uittrek van schieraal naar de oceaan mogelijk is van 40% van het historische niveau van de lidstaat. Het historische niveau refereert aan een toestand waarin de mens geen invloed zou hebben gehad. Dit is het doel van de Aalverordening op de lange termijn.
  • Behorend bij het doel van 40% uittrek, is het verlagen van de sterfte van aal door menselijk handelen (antropogene mortaliteit), tot een vastgesteld, maximaal deel van de totale mortaliteit op het aalbestand in een bepaalde lidstaat. De hoogte daarvan verschilt per lidstaat.
  • Als een lidstaat een glasaalvisserij heeft, moet ten minste 60% van de totale glasaalvangst gereserveerd worden voor het herbevolken (restocking) van de natuurlijke wateren. De overige 40% mag gebruikt worden om binnen Europa te verhandelen, bijvoorbeeld aan palingkwekerijen.
  • Als er een aalvisserij in de kustwateren van een lidstaat plaatsvindt, moet dit met ten minste 50% verminderd worden ten opzichte van de gemiddelde vangst in 2004-2006.

In de Aalverordening zijn alleen doelen vastgesteld die de lidstaten moeten behalen. De Aalverordening noemt geen jaartallen per wanneer de doelen moeten zijn bereikt. Ook zijn er in de Aalverordening geen maatregelen opgesteld; die mogen de lidstaten zelf invullen op basis van de lokale situatie. Daarvoor heeft elke lidstaat een aalbeheerplan (Eel Management Plan) opgesteld dat door de Europese Commissie moet zijn goedgekeurd. In zo’n beheerplan staan per deelgebied de verschillende maatregelen toegelicht. De aalbeheerplannen zijn sinds 2009 in werking getreden. De landen die vrijstelling kregen zijn Oostenrijk, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Cyprus en Malta omdat er in deze landen van nature geen aal voorkomt Bulgarije en Slovenië kwamen hun verplichting om een beheerplan op te stellen niet na en zijn daarom verplicht hun visserij-inspanning met 50% te verminderen.