Aquacultuur van aal

Veruit de meeste consumptieaal in Nederland is afkomstig uit de aquacultuur, zo’n 90%. Aal plant zich echter nog niet in gevangenschap voort. Voor het kweken van volwassen consumptie aal wordt daarom jonge aal uit de natuur gebruikt.

Aal is een vissoort die zich zeer efficiënt laat opkweken. Dat gebeurt in Nederland in moderne zogenaamde gesloten recirculatiesystemen (RAS) Bij deze RAS systemen wordt het water zoveel mogelijk hergebruikt. Omdat het een gesloten systeem is, kan het optimaal gecontroleerd worden en is het warmteverlies minimaal. Omdat er geen contact is met de buitenwereld zijn er geen chemicaliën of diergeneesmiddelen nodig. De bedrijven concentreren zich op een zo goed mogelijk leefklimaat voor de alen. Hierdoor is de uitval minder dan 5%.

Gedragscode aquacultuur

Vrijwel alle bedrijven die paling opkweken zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Viskwekers (NeVeVi). Deze kwekers onderschrijven de gedragscode voor een verantwoorde viskweek in Nederland. De gedragscode gaat met name over gebruik diergeneesmiddelen en ontsmettingsmiddelen, transparantie van het productieproces, gezondheid en behandeling van de vissen, waterkwaliteit en de milieubelasting van de kwekerij. 

Gebruik van glasaal

Gebruik van glasaal is aan Europese regels gebonden. Van de totale toegestane glasaalvangst mag 40 % gebruikt worden voor marktdoeleinden en 60% moet gebruikt worden voor het herbevolken van leefgebieden [8]. Nederlandse opkweekbedrijven kopen glasaal meestal uit Frankrijk of Engeland, uit gebieden waar de glasaal zich ophoopt, omdat ze de kustbarrières niet kunnen passeren. Die glasalen die de Nederlandse opkweekbedrijven kopen zijn binnen het consumptiequotum voor glasaalvisserij gevangen. In zijn totaliteit omvat de Europese markt in 2018 voor consumptie van aal ongeveer 4% van het glasaalbestand [2]