Pootaal
Als de glasalen het zoete water hebben bereikt, verdwijnt de doorzichtigheid al snel door het aanmaken van pigment. De alen gaan op zoek naar een geschikt leefgebied waarin ze voldoende voedsel en schuilplaatsen kunnen vinden. Bijvoorbeeld in plassen, meren, rivieren, polderwateren en brakwater. Aal is een snelle groeier. Hoe snel, is afhankelijk van de lokale leefomstandigheden, zoals temperatuur, voedselrijkdom en de waterkwaliteit. Jonge alen eten voornamelijk kleinere prooidieren zoals muggenlarven, kleine tweekleppige schelpdieren en kuit van vissen.